Hebreeën 4:12 - De kracht van het Woord

Want levend en krachtig is het woord van God, en scherper dan tweesnijdend zwaard: het dringt diep door tot waar ziel en geest, been en merg elkaar raken, en het is in staat de opvattingen en gedachten van het hart te ontleden. 
Hebreeën 4: 12

Een tweesnijdend zwaard is aan beide kanten vlijmscherp, het kan gemakkelijk door een lichaam doordringen. In Hebreeën wordt er zelfs gezegd dat het zwaard zo scherp is dat het een scheiding kan maken tussen ziel en geest. Het is soms weleens nodig om ziel en geest te splitsen, aangezien deze nog weleens overhoop kunnen liggen. De geest is het deel van ons wezen wat communiceert met God. Onze ziel wordt omschreven als ons hart. In de geest horen we de stem van God, maar met je ziel beslissen we of we hier gehoor aan geven. En ons lichaam voert de instructies van onze ziel uit. 
Het zwaard is het symbool van de kracht van Gods woord. Het woord van God kan opvattingen en gedachten van het hart ontleden, ziel en geest en been en merg. 

Nadenken over: 
Wat zijn opvattingen en gedachten van het hart?
Wat is de ziel van de mens?
Wat is de Geest van de mens?
Wat is het been van de mens?
Wat is het merg van mens?  

Bijbehorende teksten over de kracht van Gods woord: 
Mijn tong maakte hij scherp als een zwaard, hij hield me verborgen in de schaduw van zijn hand; hij maakte me tot een puntige pijl, hij stak me in een pijlkoker. 
Jesaja 49: 2

Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. 
Efeziërs 6:17

Wij danken God dan ook onophoudelijk dat zijn woord, dat u van ons ontvangen hebt, niet hebt aangenomen als een boodschap van mensen, maar al wat het werkelijk is: als het woord van God dat ook werkzaam is in u, die gelooft. 
1 Tessalonicenzen 2: 13

Als mensen die opnieuw zijn geboren, niet uit vergankelijk, maar uit onvergankelijk zaad, door Gods levende en altijd blijvende woord. 
1 Petrus 1: 23

In zijn rechterhand had hij zeven sterren en uit zijn mond kwam een scherp, tweesnijdend zwaard. Zijn gezicht schitterde als de felle zon. 
Openbaringen 1:16